wijzigingen in de inkomensafhankelijke combinatie voor co-ouders

Inkomensafhankelijke combinatiekorting:

De afgelopen jaren ontstond er regelmatig de nodige onrust bij co-ouders.
Dit betrof het wel of niet recht hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) na scheiding.
Om beiden in aanmerking te komen voor deze heffingskorting moet het kind (of de kinderen) doorgaans ook gemiddeld drie dagen in de week bij de andere ouder verblijven.
Deze eis werd door de belastingdienst strikt toegepast.
In verschillende uitspraken bij rechtbanken is hier echter een ruimere uitleg aan gegeven.
Per 1 januari 2021 zijn deze regels gewijzigd.

Wat houden deze wijzigingen in?

Om tot het huishouden van beide co-ouders te behoren, zijn twee zaken van belang:
1. het verblijf (lees: de zorg) moet gelijk verdeeld zijn tussen beide co-ouders;
Wanneer is er sprake van gelijke zorg?
Als een kind minimaal 156 gehele dagen per kalenderjaar bij ieder van de co-ouders verblijft.
Ook dagdelen mogen daarbij worden opgeteld.
Hierdoor kan op een gehele dag worden uitgekomen.
De gelijke verdeling wordt dus niet meer per week beoordeeld, maar per kalenderjaar.
De 156 gehele dagen per kalenderjaar is gelijk aan 3 dagen per week gedurende 52 weken.
2. volgens een repeterend ritme;
Wat is een repeterend ritme ?
Er moet sprake zijn van een repeterend schema binnen het kalenderjaar.
Hierbij moet de zorg voor het kind worden gedeeld.

Doorgaans repeterend ritme:

Het repeterend ritme is een belangrijk onderdeel van de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Wanneer is er sprake van een repeterend ritme?
Als het kind in vier afwisselende periodes in het kalenderjaar, in ieder geval twee periodes per kalenderjaar in elk van beide huishoudens doorbrengt
De zorg moet gelijk worden gedeeld.
Er is volgens de toelichting géén sprake van een repeterend ritme als de ene ouder 156 of meer dagen aaneengesloten voor een kind zorgt.
En dat vervolgens de zorg voor 156 of meer dagen aaneengesloten bij de andere ouder ligt.